Betekenis van:
zichtbaar
zichtbaar
Bijvoeglijk naamwoord
- waarneembaar
"zichtbaar onder de indruk/opgelucht"
"vanaf de heuvel is de kerk zichtbaar"
Synoniemen
Hyperoniemen
zichtbaar
Bijvoeglijk naamwoord
- waarneembaar voor het oog
Voorbeeldzinnen
- Zijn stappen waren duidelijk zichtbaar in de sneeuw.
- zichtbaar
- Zichtbaar
- Zichtbaar oppervlak
- Zichtbaar vlak
- Zichtbaar & IRA
- (Zichtbaar, IRA
- twee zichtbaar van voren;
- (Zichtbaar en IRA)
- twee zichtbaar van achteren.
- De textielband is gedeeltelijk zichtbaar.
- Rug smal met zichtbaar been
- Zichtbaar verbruik in de Gemeenschap
- Schouder plat en het been is zichtbaar
- ultraviolette fluorescerende inkt, zichtbaar en transparant,