Betekenis van:
zichtbaar

zichtbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • waarneembaar
"zichtbaar onder de indruk/opgelucht"
"vanaf de heuvel is de kerk zichtbaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

zichtbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • waarneembaar voor het oog

Voorbeeldzinnen

  1. Zijn stappen waren duidelijk zichtbaar in de sneeuw.
  2. zichtbaar
  3. Zichtbaar
  4. Zichtbaar oppervlak
  5. Zichtbaar vlak
  6. Zichtbaar & IRA
  7. (Zichtbaar, IRA
  8. twee zichtbaar van voren;
  9. (Zichtbaar en IRA)
  10. twee zichtbaar van achteren.
  11. De textielband is gedeeltelijk zichtbaar.
  12. Rug smal met zichtbaar been
  13. Zichtbaar verbruik in de Gemeenschap
  14. Schouder plat en het been is zichtbaar
  15. ultraviolette fluorescerende inkt, zichtbaar en transparant,