Betekenis van:
zielig

zielig
Bijvoeglijk naamwoord
  • medelijden opwekkend; meelijwekkend; zielig; zielig
"een zielige oude man"
"een zielige vertoning"

Synoniemen

Hyperoniemen

zielig
Bijvoeglijk naamwoord
  • medelijden opwekkend
"Zij maakte een zielige indruk."

Voorbeeldzinnen

  1. Hij vertelde mij een zielig verhaal.