Betekenis van:
zij aan zij

zij aan zij
  • Naast elkaar, georiënteerd in dezelfde richting.

Voorbeeldzinnen

  1. Zij deed mee aan de wedstrijd.
  2. Zij hield hem aan zijn woord.
  3. Tom vroeg aan Mary of zij hem leuk vond.
  4. En vanavond denk ik aan alles dat zij in haar eeuw in Amerika heeft gezien; het lief en het leed; het vallen en het opstaan, de keren dat ons gezegd werd dat we het niet kunnen, en de mensen die voortzetten met die Amerikaanse overtuiging: we kunnen het wel.
  5. Hiervoor voerden zij aan:
  6. Zij voeren het volgende aan:
  7. Zij deelt dit aan de vergunninghouder mee.
  8. Zij delen deze aan de Commissie mee.
  9. Zij gaan totaal voorbij aan het liquiditeitsrisico.
  10. Bovendien bracht zij een aantal preciseringen aan.
  11. Zij voerden met name aan dat:
  12. Zij voerde evenwel geen bewijsmateriaal aan.
  13. Zij wordt toegezonden aan de Commissie.
  14. aan welke marktdeelnemer zij speelgoed hebben geleverd.
  15. zij aan de volgende voorwaarden voldoen: