Betekenis van:
zinvol

zinvol
Bijvoeglijk naamwoord
  • nuttig
"zinvolle discussies/bezigheden"
"zinvol bezig zijn"

Hyperoniemen

zinvol
Bijvoeglijk naamwoord
  • een bepaald nuttig doel dienend
"Dit is een erg zinvolle bezigheid."

Voorbeeldzinnen

  1. indien zinvol, de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen;
  2. Deze indicator werd derhalve minder zinvol geacht dan de andere.
  3. NordLB leek een dergelijke verbintenis echter vanuit ondernemersoogpunt niet zinvol.
  4. De SO's mogen op het naaste veelvoud van 5 EUR worden afgerond wanneer dit zinvol is.
  5. De vereniging gaat ervan uit dat dergelijke bepalingen niet meer zinvol geacht worden.
  6. D.w.z. het heeft een zinvol doel en is van substantiële omvang.
  7. Onderzocht werd of een cumulatieve beoordeling ook zinvol was in het kader van dit onderzoek.
  8. De indeling van de woningvoorraad moet zinvol en representatief zijn voor de totale woningvoorraad.
  9. Het is derhalve zinvol de gekozen monsters waar mogelijk ook op niet-dioxineachtige PCB's te onderzoeken.
  10. Waar dat nodig en zinvol is, stellen zij gerechtelijke procedures in.
  11. de vergelijking moet zinvol zijn en op correcte en evenwichtige wijze worden voorgesteld;
  12. Deze indicator werd derhalve ook beschouwd als minder zinvol dan de andere indicatoren.
  13. het totaalbedrag van de ingenomen of gekochte securitisatieposities, onderverdeeld in een zinvol aantal risicogewicht-bandbreedtes.
  14. Het percentage fout-positieve monsters moet zo klein zijn dat gebruik als screeningstest zinvol is.
  15. Bovendien is in het geval van een onteigening een achteraf gemaakte herberekening van kosten en baten weinig zinvol.