Betekenis van:
zoetwatervis

zoetwatervis (de ~ | meervoud zoetwatervissen)
Zelfstandig naamwoord
  • vis die in zoet water leeft

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zoetwatervis
Zelfstandig naamwoord
  • een vis die in zoet water leeft

Voorbeeldzinnen

  1. zoetwatervis
  2. van zoetwatervis
  3. Bevroren zoetwatervis
  4. Zalm, zeeforel en zoetwatervis
  5. Visfilets van andere dan zoetwatervis, bevroren
  6. Andere: zoetwatervis (GN-codes 03019911 en 03019919)
  7. Ander bevroren visvlees: van zoetwatervis (GN-code 03049921)
  8. Bevroren filets: van zoetwatervis (GN-codes 03042913, 03042915, 03042917 en 03042919)
  9. Tropische zoetwatervis: melkvis (Chanos chanos), tilapia (Oreochromis sp.), pangasius (Pangasius sp.)
  10. Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304: zoetwatervis (GN-codes 03026911 en 03026919)
  11. Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers of gekoeld: zoetwatervis (GN-codes 03041913, 03041915, 03041917, 03041919 en 03041991)
  12. Andere vis, bevroren, met uitzondering van visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304: zoetwatervis (GN-codes 03017911 en 03017919)
  13. Andere bevroren zoetwatervis, met uitzondering van visfilets en ander visvlees onder post 0304, met uitzondering van levers, hom en kuit