Betekenis van:
zoldering

zoldering (de ~ | meervoud zolderingen)
Zelfstandig naamwoord
  • bovenkant v.e. kamer; afdekking v.e. kamer aan de bovenzijde
"een zoldering met stucwerk"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Vereist (werktafels, vloer, zoldering, muren)
  2. Ook van de zoldering naar beneden hangende takken en stellages kunnen als roestgelegenheid worden gebruikt.