Vertaling van afrejse

Inhoud:

Deens
Nederlands
afrejse {zn.}
afreis [v]
afrejse {ww.}
wegrijden
vertrekken
uitlopen
uitvaren
afrijden
afgå, afrejse, go ud, rejse bort {ww.}
zich verwijderen
vertrekken
weggaan 
afgaan 
afgang, afrejse {zn.}
afvaart  [v]
vertrek  [o]
afrit [m]


Gerelateerd aan afrejse

afgå - go ud - rejse bort - afgang