Vertaling van Blume

Inhoud:

Duits
Nederlands
Blume [v] (die ~), Blüte [v] (die ~) {zn.}
bloem  [v]
Bienen fliegen von Blume zu Blume.
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Diese Blume riecht süß.
Deze bloem ruikt lekker.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Bienen fliegen von Blume zu Blume.

Bijen vliegen van bloem tot bloem.

Diese Blume riecht süß.

Deze bloem ruikt lekker.

Dieser Blume entströmt ein starker Duft.

Deze bloem geeft een sterke geur af.

Die Blume hat einen starken Duft.

Die bloem ruikt sterk.


Gerelateerd aan Blume

Blüte