Vertaling van Brechen

Inhoud:

Duits
Nederlands
Brechen [o] (das ~), Bruch [m] (der ~) {zn.}
breken 
verbreking [v]
schennis [v]
schending  [v]
fractuur  [v]
breuk  [v]
breking [v]
Seine Versprechen darf man nicht brechen.
Je moet je beloftes niet breken.
Das Eis wird unter deinem Gewicht brechen.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
brechen {ww.}
breken 
stukgaan
uitraken
knappen
afbreken 

wir brechen
sie brechen

wij breken
zij breken
» meer vervoegingen van breken

Hacker brechen ohne Erlaubnis in Computer ein.
Hackers breken zonder toestemming in computers in.
brechen, abbrechen, aufbrechen {ww.}
breken 
verbreken
stukbreken
schenden
doorbreken
afbreken 

wir brechen
sie brechen

wij breken
zij breken
» meer vervoegingen van breken



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Seine Versprechen darf man nicht brechen.

Je moet je beloftes niet breken.

Das Eis wird unter deinem Gewicht brechen.

Het ijs zal breken onder je gewicht.

Hacker brechen ohne Erlaubnis in Computer ein.

Hackers breken zonder toestemming in computers in.


Gerelateerd aan Brechen

Bruch - brechen - abbrechen - aufbrechen