Vertaling van Denken
wir denken
sie denken
wij denken
zij denken
» meer vervoegingen van denken
Voorbeelden in zinsverband
Die meisten denken so.
De meeste mensen denken dat.
Wenige Leute denken so.
Weinig mensen denken zo.
Was denken Sie darüber?
Wat denk je ervan?
Worüber denken Sie nach?
Waar denk je aan?
Anders kann ich nicht denken.
Ik kan niet anders denken.
Ich kann an nichts denken.
Ik kan niks bedenken.
Ich muss an meine Kinder denken.
Ik moet aan mijn kinderen denken.
Ist es das, woran Sie denken?
Is dat wat je in gedachten hebt?
Die meisten Leute denken, ich sei verrückt.
De meeste mensen denken dat ik gek ben.
Tom schert sich nicht darum, was andere Leute denken.
Het kan Tom niet schelen wat andere mensen denken.
Wir denken, dass wir das Schlimmste überstanden haben.
We denken dat het ergste voorbij is.
Keiner kann denken, aber jeder hat eine Meinung parat.
Niemand kan denken, maar iedereen heeft zijn mening klaar.
Würde vielleicht mal jemand an die Kinder denken?!
Wil iemand denken aan de kinderen!
Fragt nicht, was sie denken. Fragt, was sie tun.
Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.
Ich habe gelernt, so zu denken wie Tom.
Ik heb geleerd als Tom te denken.