Vertaling van Flucht

Inhoud:

Duits
Nederlands
Flucht [v] (die ~) {zn.}
vlucht 
Flucht [v] (die ~) {zn.}
vlucht 
ontvluchting [v]
Flucht [v] (die ~) {zn.}
vlucht 
lästern, fluchen, beschimpfen, verhöhnen {ww.}
blasfemeren
godslasteren
ketteren
vloeken
godlasteren

er/sie/es flucht
ihr flucht

hij/zij/het blasfemeert
jullie blasfemeren
» meer vervoegingen van blasfemeren

verfluchen, verwünschen, verdammen, fluchen {ww.}
vervloeken
verwensen
vermaledijen

er/sie/es flucht
ihr flucht

hij/zij/het vervloekt
jullie vervloeken
» meer vervoegingen van vervloeken



Gerelateerd aan Flucht

lästern - fluchen - beschimpfen - verhöhnen - verfluchen - verwünschen - verdammen