Vertaling van Garn

Inhoud:

Duits
Nederlands
Garn [o] (das ~), Netz [o] (das ~) {zn.}
net [o]
Er reparierte das Netz.
Hij repareerde het net.
Garn [o] (das ~) {zn.}
spinsel
Faden [m] (der ~), Garn [o] (das ~), Senkel [m] (der ~), Zwirn [m] (der ~) {zn.}
garen [o]
draad  [m]


Gerelateerd aan Garn

Netz - Faden - Senkel - Zwirn