Vertaling van Geld

Inhoud:

Duits
Nederlands
Geld [o] (das ~) {zn.}
geld  [o] (het ~)
pegulanten
pecunia
duiten
centen
poen
Geld macht nicht glücklich.
Geld maakt niet gelukkig.
Sie hat viel Geld.
Zij heeft veel geld.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Geld macht nicht glücklich.

Geld maakt niet gelukkig.

Sie hat viel Geld.

Zij heeft veel geld.

Zeit ist Geld.

Tijd is geld.

Reicht das Geld?

Is dit genoeg geld?

Sie schwimmt im Geld.

Ze zwemt in het geld.

Sie bettelt um Geld.

Ze bedelt om geld.

Ich habe kein Geld.

Ik heb geen geld.

Wir brauchen das Geld.

We hebben het geld nodig.

Ich möchte kein Geld.

Ik wil geen geld.

Tom hatte kein Geld.

Tom had geen geld.

Er forderte viel Geld.

Hij eiste veel geld.

Wir haben Geld nötig.

We hebben geld nodig.

Geld öffnet alle Türen.

Geld maakt alle deuren open.

Geld regiert die Welt.

Geld regeert de wereld.

Er braucht Geld.

Hij heeft geld nodig.


Gerelateerd aan Geld