Vertaling van Kramladen

Inhoud:

Duits
Nederlands
Kramladen, Laden [m] (der ~), Einzelhandelsgeschäft [o] (das ~) {zn.}
winkel 
boetiek
zaak 
Er ging zum Laden.
Hij ging naar de winkel.
Er stürmte aus dem Laden.
Hij stormde uit de winkel.


Gerelateerd aan Kramladen

Laden - Einzelhandelsgeschäft