Vertaling van Kreuz

Inhoud:

Duits
Nederlands
Kreuz [o] (das ~), Erhöhungszeichen {zn.}
kruis  [o]
hekje [o]
Sie machte viel Freiwilligenarbeit für das Rote Kreuz.
Zij deed veel vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis.
Kreuz [o] (das ~) {zn.}
kruis  [o]
Kreuz [o] (das ~), ärgerliche Sache {zn.}
verdrietelijkheid [v]
kreuzen {ww.}

kruisen


Gerelateerd aan Kreuz

Erhöhungszeichen - ärgerliche Sache - kreuzen