Vertaling van Nagel

Inhoud:

Duits
Nederlands
Nagel [m] (der ~) {zn.}
nagel  [m]
Der Nagel ging durch die Wand.
De nagel ging door de muur.
Nagel [m] (der ~), Stift [m] (der ~) {zn.}
spijker  [m]
nagel  [m]
draadnagel [m]
Für den, der nur einen Hammer im Werkzeugkasten hat, sieht jedes Problem wie ein Nagel aus.
Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft ziet elk probleem eruit als een spijker.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Der Nagel ging durch die Wand.

De nagel ging door de muur.

Für den, der nur einen Hammer im Werkzeugkasten hat, sieht jedes Problem wie ein Nagel aus.

Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft ziet elk probleem eruit als een spijker.


Gerelateerd aan Nagel

Stift