Vertaling van Notwendigkeit

Inhoud:

Duits
Nederlands
Notwendigkeit [v] (die ~) {zn.}
noodzaak
nood
das, was zu tun ist, Erfordernis [o] (das ~), Notwendigkeit [v] (die ~) {zn.}
iets wat gedaan moet worden


Gerelateerd aan Notwendigkeit

das, was zu tun ist - Erfordernis