Vertaling van Ostern

Inhoud:

Duits
Nederlands
Ostern {zn.}
Pasen [m] (de ~)
paasfeest [o] (het ~)
Fröhliche Ostern!
Vrolijk Pasen!


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Fröhliche Ostern!

Vrolijk Pasen!

Frohe Ostern

Een prettige vakantie!


Gerelateerd aan Ostern