Vertaling van Politik

Inhoud:

Duits
Nederlands
Politik [v] (die ~) {zn.}
politiek [v]
staatkunde
beleid  [o]
Ich hasse Politik.
Ik haat politiek
Mary interessiert sich für Politik.
Mary is geïnteresseerd in politiek.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich hasse Politik.

Ik haat politiek

Mary interessiert sich für Politik.

Mary is geïnteresseerd in politiek.

Die Italiener reden selten über Politik.

Italianen praten zelden over politiek.

Er hat das Interesse an Politik verloren.

Hij verloor de belangstelling voor politiek.