Vertaling van Rechnung

Inhoud:

Duits
Nederlands
Faktura [v] (die ~), Rechnung [v] (die ~), Warenrechnung [v] (die ~) {zn.}
rekening 
nota [v]
factuur  [v]
Hier ist die Rechnung.
Hier is de rekening.
Die Rechnung bitte.
De rekening, alstublieft.
Konto [o] (das ~), Rechnung [v] (die ~) {zn.}
rekening  [v]
conto [o]
Die Rechnung bitte.
De rekening, alstublieft.
Kann ich bitte die Rechnung haben?
Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Hier ist die Rechnung.

Hier is de rekening.

Die Rechnung bitte.

De rekening, alstublieft.

Die Rechnung bitte.

De rekening, alstublieft.

Kann ich bitte die Rechnung haben?

Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?

Ich bringe Ihnen sofort die Rechnung.

Ik zal u direct de rekening brengen.

Nein, nein, das geht auf meine Rechnung.

Nee, nee, ik heb het bij mij.

Bitte setzen Sie das auf meine Rechnung.

Zet dat maar op mijn rekening.

Nach dem Essen bat ich um die Rechnung.

Na het eten vroeg ik om de rekening.

Kann ich bitte die Rechnung haben?

Kunnen we afrekenen?


Gerelateerd aan Rechnung

synoniemen

Faktura - Warenrechnung - Konto