Vertaling van Schande

Inhoud:

Duits
Nederlands
Schmach [v] (die ~), Schimpf, Schande [v] (die ~) {zn.}
oneer
Unehre [v] (die ~), Schmach [v] (die ~), Schimpf, Schande [v] (die ~) {zn.}
schande
smaad
oneer
blamage [v]
Arm sein ist keine Schande.
Arm zijn is geen schande.
deflorieren, entjungfern, schänden, plündern, die Schönheit nehmen von, den Reiz nehmen von {ww.}
schennen
plunderen 
ontmaagden

ich schände

ik plunder
» meer vervoegingen van plunderen



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Schande!

Helaas.

Arm sein ist keine Schande.

Arm zijn is geen schande.