Vertaling van Schuldigkeit

Inhoud:

Duits
Nederlands
Pflicht [v] (die ~), Schuldigkeit [v] (die ~), Muß [o] (das ~) {zn.}
plicht 
verplichting  [v]
England erwartet, dass jeder Mann seine Pflicht tun wird.
Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.


Gerelateerd aan Schuldigkeit

Pflicht - Muß