Vertaling van Straße

Inhoud:

Duits
Nederlands
Straße [v] (die ~) {zn.}
straat  [v]
Die Straße ist asphaltiert.
De straat is geasfalteerd.
Überquere die Straße!
Steek de straat over.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Die Straße ist asphaltiert.

De straat is geasfalteerd.

Überquere die Straße!

Steek de straat over.

Tom ging über die Straße.

Tom stak de straat over.

Er wohnt in dieser Straße.

Hij woont in deze straat.

Dies ist eine lebhafte Straße.

Deze straat is levendig.

Wie heißt diese Straße, bitte?

Hoe heet deze straat?

Die Straße verläuft parallel zum Fluss.

De weg loopt parallel aan de rivier.

Die Straße zum Dorf ist sehr holprig.

De weg naar het dorp is zeer hobbelig.

Es gibt Frost auf der Straße.

Er is ijzel op de baan.

Die Stadt will die Straße verlängern.

De stad wil de weg verlengen.

Ich bin ihr auf der Straße begegnet.

Ik ben haar op straat tegengekomen.

Die Straße verläuft von Tokio nach Osaka.

De weg loopt van Tokio tot Osaka.

Die Straße verläuft parallel zum Fluss.

De weg loopt parallel aan de rivier.

Wir gingen langsam die Straße entlang.

We liepen langzaam langs de weg.

Gestern habe ich Mary auf der Straße getroffen

Gisteren heb ik Mary op de straat ontmoet.