Vertaling van abgewöhnen

Inhoud:

Duits
Nederlands
abgewöhnen, entwöhnen {ww.}
afwennen
afleren 

ich werde abgewöhnen
du wirst abgewöhnen
er/sie/es wird abgewöhnen

ik zal afwennen
jij zult afwennen
hij/zij/het zal afwennen
» meer vervoegingen van afwennen



Gerelateerd aan abgewöhnen

entwöhnen