Vertaling van abkühlen

Inhoud:

Duits
Nederlands
gefrieren lassen, erstarren lassen, kühlen, abkühlen {ww.}
invriezen

ich werde abkühlen
du wirst abkühlen
er/sie/es wird abkühlen

ik zal invriezen
jij zult invriezen
hij/zij/het zal invriezen
» meer vervoegingen van invriezen

kühlen, abkühlen {ww.}
koelen

ich werde abkühlen
du wirst abkühlen
er/sie/es wird abkühlen

ik zal koelen
jij zult koelen
hij/zij/het zal koelen
» meer vervoegingen van koelen



Gerelateerd aan abkühlen

gefrieren lassen - erstarren lassen - kühlen