Vertaling van abschmecken

Inhoud:

Duits
Nederlands
kosten, schmecken, abschmecken, probieren, gustieren, durchmachen, auskosten {ww.}
smaken
proeven

ich werde abschmecken
du wirst abschmecken
er/sie/es wird abschmecken

ik zal proeven
jij zult proeven
hij/zij/het zal proeven
» meer vervoegingen van proeven



Gerelateerd aan abschmecken

kosten - schmecken - probieren - gustieren - durchmachen - auskosten