Vertaling van adressieren

Inhoud:

Duits
Nederlands
adressieren, richten, zuschicken {ww.}
adresseren 

wir adressieren
sie adressieren

wij adresseren
zij adresseren
» meer vervoegingen van adresseren

Adressieren [o] (das ~), Adressierung [v] (die ~) {zn.}
adressering [v]


Gerelateerd aan adressieren

richten - zuschicken - Adressieren - Adressierung