Vertaling van angaffen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anglotzen, angaffen {ww.}
aangapen 

ich werde angaffen
du wirst angaffen
er/sie/es wird angaffen

ik zal aangapen
jij zult aangapen
hij/zij/het zal aangapen
» meer vervoegingen van aangapen



Gerelateerd aan angaffen

anglotzen