Vertaling van ausleeren

Inhoud:

Duits
Nederlands
ausleeren, entleeren {ww.}
uithalen
ruimen 
lichten
lenzen
legen
ledigen 

ich werde ausleeren
du wirst ausleeren
er/sie/es wird ausleeren

ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen



Gerelateerd aan ausleeren

entleeren