Vertaling van b nageln
Inhoud:
Duits
Nederlands
wir nageln
sie nageln
ich werde nageln
wij spijkeren
zij spijkeren
ik zal spijkeren
» meer vervoegingen van spijkeren
ficken, bügeln, poppen, knallen, pimpern, nageln, rammeln , stechen , stoßen , ficken , bumsen , vögeln {ww.}
wir nageln
sie nageln
ich werde nageln
wij neuken
zij neuken
ik zal neuken
» meer vervoegingen van neuken
festschmieden, fesseln, bannen, annageln {ww.}
vastsmeden