Vertaling van billig

Inhoud:

Duits
Nederlands
billig {bn.}
goedkoop 
billig, gerecht {bn.}
billijk 
fair
rechtvaardig
approbieren, billigen, genehmigen, gutheißen, autorisieren, zustimmen {ww.}
toestemmen
billijken 
goedkeuren 
beamen 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Billig

Goedkoop

Oh! Das ist billig!

Wow! Dat is goedkoop!


Gerelateerd aan billig

gerecht - approbieren - billigen - genehmigen - gutheißen - autorisieren - zustimmen