Vertaling van eintreffen

Inhoud:

Duits
Nederlands
ankommen, eintreffen, gelangen, zukommen, herzukommen {ww.}
aankomen 
arriveren 

ich werde eintreffen
du wirst eintreffen
er/sie/es wird eintreffen

ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
» meer vervoegingen van aankomen

Der Brief wird morgen ankommen.
De brief zal morgen aankomen.
Ankunft [v] (die ~), Eintreffen [o] (das ~) {zn.}
aankomst  [v]


Gerelateerd aan eintreffen

ankommen - gelangen - zukommen - herzukommen - Ankunft - Eintreffen