Vertaling van flanieren

Inhoud:

Duits
Nederlands
bummeln, flanieren, lustwandeln, schlendern {ww.}
rondhangen
slenteren
flaneren
kuieren
drentelen

wir flanieren
sie flanieren

wij hangen rond
zij hangen rond
» meer vervoegingen van rondhangen



Gerelateerd aan flanieren

bummeln - lustwandeln - schlendern