Vertaling van glücken

Inhoud:

Duits
Nederlands
gedeihen, gelingen, geraten, glücken, prosperieren {ww.}
welvaren
vooruitkomen
tieren
gedijen
floreren
bloeien 
glucken {ww.}
klokken
kakelen

wir glucken
sie glucken

wij klokken
zij klokken
» meer vervoegingen van klokken



Gerelateerd aan glücken

gedeihen - gelingen - geraten - prosperieren - glucken