Vertaling van mantel

Inhoud:

Duits
Nederlands
Mantel [m] (der ~), Paletot, Überrock, Überzieher [m] (der ~) {zn.}
jas  [m]
overjas  [m]
Soll ich deinen Mantel bringen?
Zal ik uw jas dragen?
Bitte hängen Sie den Mantel auf.
Hangt u uw jas toch op.
Mantel [m] (der ~), Umhang [m] (der ~) {zn.}
jas  [m]
mantel  [m]
Sie trug einen blauen Mantel.
Ze droeg een blauwe mantel.
Er machte ihr einen neuen Mantel.
Hij maakte haar een nieuwe jas.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Sie trug einen blauen Mantel.

Ze droeg een blauwe mantel.

Soll ich deinen Mantel bringen?

Zal ik uw jas dragen?

Der Mantel ist zum Knöpfen.

Er zitten knopen op het jasje.

Er machte ihr einen neuen Mantel.

Hij maakte haar een nieuwe jas.

Ich suche einen Mantel in meiner Größe.

Ik zoek een jas in mijn maat.

Bitte hängen Sie den Mantel auf.

Hangt u uw jas toch op.

Das Mädchen in dem blauen Mantel ist meine Tochter.

Het meisje met de blauwe jas is mijn dochter.

Sie trug einen grünen Mantel und einen dazu passenden Minirock.

Ze droeg een groene jas met een bijpassend minirokje.


Gerelateerd aan mantel

Mantel - Paletot - Überrock - Überzieher - Umhang