Vertaling van nahe

Inhoud:

Duits
Nederlands
nahe {bw.}
dichtbij 
nabij
vlakbij
bevorstehend, kommend, künftig, nächst, nahe {bn.}
aanstaand 
eerstvolgend
komend
heften, nähen {ww.}
naaien 
Sie kann ziemlich gut nähen.
Ze kan heel goed naaien.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ihr Haus ist nahe am Meer.

Haar huis is dichtbij de zee.

Seine Beschreibung kam der Wahrheit nahe.

Zijn beschrijving kwam in de buurt van de waarheid.

Es ist gefährlich nahe am Feuer zu spielen.

Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.


Gerelateerd aan nahe

bevorstehend - kommend - künftig - nächst - heften - nähen