Vertaling van reise

Inhoud:

Duits
Nederlands
Reise [v] (die ~), Tour {zn.}
reis 
trip
toer
tocht
Gute Reise!
Goede reis!
Wir planen eine Reise nach New York.
We plannen een trip naar New York.
koloss [m] (der ~), reise [v] (die ~), brocken [m] (der ~) {zn.}
knoert
knots
kanjer
reisen {ww.}
reizen 

ich reise

ik reis
» meer vervoegingen van reizen

Ich möchte um die Welt reisen.
Ik wil rond de wereld reizen.
Mein Traum ist, in einer Raumfähre zu reisen.
Mijn droom is om in een spaceshuttle te reizen.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Gute Reise!

Goede reis!

Ich reise oft.

Ik reis vaak.

Wir planen eine Reise nach New York.

We plannen een trip naar New York.

Ist dies Ihre erste Reise ins Ausland?

Is dit je eerste reis in het buitenland?

Er machte eine Reise nach Amerika.

Hij ging op reis naar Amerika.

Ich wünsche Ihnen eine gute Reise.

Ik wens u een goede reis.

Eine Krankheit vereitelte seine Pläne für die Reise.

Een ziekte dwarsboomde zijn reisplannen.

Wie geht's dir? Hattest du eine gute Reise?

Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?

Sie macht nicht immer im Sommer eine Reise nach Frankreich.

In de zomer reist ze niet altijd naar Frankrijk.

Ich reise lieber mit dem Zug als zu fliegen.

Ik reis liever met de trein dan met de vliegtuig.

Meine Reise war sehr schön.

Mijn reis was erg leuk

Ich werde meine Reise nach Schottland verschieben, bis es wärmer ist.

Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.

Ich werde meine Reise nach Schottland verschieben, bis es wärmer ist.

Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.


Gerelateerd aan reise

Reise - Tour - koloss - brocken - reisen