Vertaling van reparieren

Inhoud:

Duits
Nederlands
reparieren {ww.}
repareren
herstellen 
verstellen
verhelpen
maken 

wir reparieren
sie reparieren

wij repareren
zij repareren
» meer vervoegingen van repareren

Ich muss es reparieren lassen.
Ik moet het repareren.
Ich habe meinen Computer reparieren lassen.
Ik heb mijn computer laten repareren.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich muss es reparieren lassen.

Ik moet het repareren.

Ich habe meinen Computer reparieren lassen.

Ik heb mijn computer laten repareren.

Ich habe mein Fahrrad reparieren lassen.

Ik heb mijn fiets laten repareren.

Können Sie jetzt den platten Reifen reparieren?

Kan je die lekke band nu herstellen?

Ich kann den Computer nicht reparieren.

Ik kan de computer niet repareren.

Wir reparieren hier alle Arten von Uhren.

We repareren allerlei soorten klokken hier.

Ich lasse diese Schuhe morgen reparieren.

Morgen laat ik deze schoenen herstellen.

Ich habe mir die Tür von meinem Sohn reparieren lassen.

Ik liet mijn zoon de deur repareren.

Ich kaufe das Auto nur, wenn sie vorher die Bremsen reparieren.

Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.