Vertaling van rufen

Inhoud:

Duits
Nederlands
rufen {ww.}
roepen 

wir rufen
sie rufen

wij roepen
zij roepen
» meer vervoegingen van roepen



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Können Sie mir ein Taxi rufen?

Kunt u een taxi voor me bestellen?

Meine Eltern rufen mich jeden Tag an.

Mijn ouders telefoneren mij alle dagen.