Vertaling van sich anmaßen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anmaßen {ww.}
zich verhovaardigen
zich aanmatigen
herausnehmen, sich anmaßen {ww.}
zich verstouten
zich aanmatigen
aneignen, anmaßen, zueignen {ww.}
toeëigenen

er/sie/es wird sich anmaßen
sie werden sich anmaßen
er/sie/es würde sich anmaßen

hij/zij/het zal toeëigenen
zij zullen toeëigenen
hij/zij/het zou toeëigenen
» meer vervoegingen van toeëigenen



Gerelateerd aan sich anmaßen

anmaßen - herausnehmen - aneignen - zueignen