Vertaling van treulos

Inhoud:

Duits
Nederlands
treulos, untreu {bn.}
afvallig
ontrouw
trouweloos
heimtückisch, hinterlistig, treulos, wortbrüchig {bn.}
dubbelhartig
trouweloos
verraderlijk


Gerelateerd aan treulos

untreu - heimtückisch - hinterlistig - wortbrüchig