Vertaling van verwirren

Inhoud:

Duits
Nederlands
in Verlegenheit bringen, verlegen machen, durcheinanderbringen, verwirren, hindern, behindern, hemmen {ww.}
ongelegen komen
ontrieven
in verlegenheid brengen

wir verwirren
sie verwirren

wij ontrieven
zij ontrieven
» meer vervoegingen van ontrieven

in Unordnung bringen, verwirren, durcheinander bringen, derangieren, einreißen {ww.}
in wanorde brengen
door elkaar gooien
in Unordnung bringen, in Verwirrung bringen, verwirren {ww.}
verwisselen
van zijn stuk brengen
verwarren
dooreenhalen

wir verwirren
sie verwirren

wij verwisselen
zij verwisselen
» meer vervoegingen van verwisselen