Vertaling van zugehen

Inhoud:

Duits
Nederlands
zufallen, zugehen, sich schließen {ww.}
zich sluiten
toevallen
toegroeien
toegaan
sluiten 
dichtgaan

er/sie/es wird zugehen
er/sie/es würde zugehen

hij/zij/het zal toevallen
hij/zij/het zou toevallen
» meer vervoegingen van toevallen



Gerelateerd aan zugehen

zufallen - sich schließen