Vertaling van zusammenlegen

Inhoud:

Duits
Nederlands
falten, zusammenlegen, knicken, umknicken {ww.}
vouwen
omvouwen
plooien 

ich werde zusammenlegen
du wirst zusammenlegen
er/sie/es wird zusammenlegen

ik zal vouwen
jij zult vouwen
hij/zij/het zal vouwen
» meer vervoegingen van vouwen

zentralisieren, zusammenlegen, zusammenfassen {ww.}
centraliseren

ich werde zusammenlegen
du wirst zusammenlegen
er/sie/es wird zusammenlegen

ik zal centraliseren
jij zult centraliseren
hij/zij/het zal centraliseren
» meer vervoegingen van centraliseren



Gerelateerd aan zusammenlegen

falten - knicken - umknicken - zentralisieren - zusammenfassen