Vertaling van zwölf

Inhoud:

Duits
Nederlands
zwölf {telw.}
twaalf 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Tom hat zwölf Geschwister.

Tom heeft 12 broers en zussen.

Er hat zwölf Söhne.

Hij heeft twaalf zoons.

Ein Jahr hat zwölf Monate.

Een jaar heeft twaalf maanden.

Ich habe es für zwölf Dollar gekauft.

Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.

Die zwölf Sterne in der Flagge der Europäischen Union symbolisieren nicht die zwölf Gründungsmitglieder der Union. Sie symbolisieren die Zwölf Apostel.

De twaalf sterren op de vlag van de Europese Unie symboliseren niet de twaalf oprichters van de unie. Ze symboliseren de twaalf apostelen.

Das erste Flugzeug ist 1903 für zwölf Sekunden geflogen.

Het eerste vliegtuig vloog 12 seconden in 1903.

"Wie alt ist sie?" - "Sie ist zwölf Jahre alt."

"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."