Vertaling van vorschreiben

Inhoud:

Duits
Portugees
auferlegen, diktieren, vorsagen, zuerkennen, ansagen, vorschreiben, aufzwingen {ww.}
dictar
anordnen, befehlen, gebieten, verordnen, vorschreiben {ww.}
prescrever
mandar
ordenar
dar ordem


Gerelateerd aan vorschreiben

auferlegen - diktieren - vorsagen - zuerkennen - ansagen - aufzwingen - anordnen - befehlen - gebieten - verordnen