Vertaling van april

Inhoud:

Engels
Nederlands
April {zn.}
april  [m]
grasmaand
Apr. is an abbreviation for April.
Apr. is een afkorting voor april.
The new term starts in April in Japan.
Het nieuwe semester begint in april in Japan.
apr, april {zn.}
april [m] (de ~)
grasmaand [m] (de ~)
In April there were not many holidayers on the island.
In april waren er niet veel vakantiegangers op het eiland.
One sunny day in April, I went out for a walk.
Op een zonnige dag in april ging ik wandelen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Apr. is an abbreviation for April.

Apr. is een afkorting voor april.

The new term starts in April in Japan.

Het nieuwe semester begint in april in Japan.

In April there were not many holidayers on the island.

In april waren er niet veel vakantiegangers op het eiland.

One sunny day in April, I went out for a walk.

Op een zonnige dag in april ging ik wandelen.


Gerelateerd aan april

April - aprcalendar month