Vertaling van aunt

Inhoud:

Engels
Nederlands
aunt, paternal aunt {zn.}
tante  [v]
tante van vaderskant
My aunt had three children.
Mijn tante had drie kinderen.
My aunt had three kids.
Mijn tante had drie kinderen.
aunt, maternal aunt {zn.}
tante  [v]
tante van moederskant
My aunt has three children.
Mijn tante heeft drie kinderen.
Father named me after his aunt.
Vader noemde me naar zijn tante.
aunt {zn.}
tante  [v]
She was named Elizabeth after her aunt.
Ze werd Elizabeth genoemd, naar haar tante.
aunt, auntie, aunty {zn.}
tante [v] (de ~)
moei


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

My aunt had three children.

Mijn tante had drie kinderen.

My aunt had three kids.

Mijn tante had drie kinderen.

My aunt has three children.

Mijn tante heeft drie kinderen.

Father named me after his aunt.

Vader noemde me naar zijn tante.

She was named Elizabeth after her aunt.

Ze werd Elizabeth genoemd, naar haar tante.

My aunt lives in New York.

Mijn tante woont in New York.

My aunt was pleased with my success.

Mijn tante was blij met mijn succes.

My aunt is my father's sister.

Mijn tante is de zus van mijn vader.

Aunt Yoko is too weak to work.

Tante Joko is te zwak om te werken.

I am going to stay with my aunt in Hawaii.

Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.

My aunt speaks Chinese as well as English.

Mijn tante spreekt Chinees alsmede Engels.


Gerelateerd aan aunt

paternal aunt - maternal aunt - auntie - auntyrelation