Vertaling van blackening

Inhoud:

Engels
Nederlands
blackening, darkening {zn.}
verduistering [v] (de ~)
to blacken {ww.}
zwarten
zwart maken
to blacken {ww.}
zwart worden
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
verbranden
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
aanbranden
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
flamberen
to blacken, to char, to scorch, to sear {ww.}
aanzetten


Gerelateerd aan blackening

darkening - blacken - char - scorch - searcladding - blacken - deposit - dish