Vertaling van england

Inhoud:

Engels
Nederlands
England, england {zn.}
Engeland  [o] (narticle ~)
I'm from England.
Ik kom uit Engeland.
This is a book about England.
Dit is een boek over Engeland.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm from England.

Ik kom uit Engeland.

This is a book about England.

Dit is een boek over Engeland.

France is to the south of England.

Frankrijk ligt ten zuiden van Engeland.

Who is the greatest poet in England?

Wie is de grootste dichter van Engeland?

England is proud of her poets.

Engeland is trots op zijn poëten.

I have a friend in England.

Ik heb een vriend in Engeland.

I have never been to England.

Ik ben nog nooit in Engeland geweest.

The climate here is very similar to that of England.

Het klimaat hier lijkt erg op het klimaat in Engeland.

The climate in Japan is milder than in England.

Het klimaat in Japan is zachter dan in Engeland.

In 1900, he left England, and he never returned.

In 1900 verliet hij Engeland, om nooit meer terug te gaan.

Ireland and England are separated by the sea.

De zee scheidt Ierland van Engeland.

I have a friend who lives in England.

Ik heb een vriend die in Engeland woont.

England expects that every man will do his duty.

Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.

London, the capital of England, is on the Thames.

Londen, de hoofdstad van Engeland, ligt aan de Theems.

The union of Scotland and England took place in 1706.

De vereniging van Schotland en Engeland vond plaats in 1706.


Gerelateerd aan england

Englandbody politic